Het verhaal van...
Deze gegegens zijn voor het laatst gewijzigd door onze vrijwilliger Eric van der Ent op zaterdag 15 augustus 2015.
Dit is het verhaal van Niesje de Jong
In dit levensverhaal vertellen we u over Niesje de Jong. Haar geboortewieg stond in Diemen, alwaar zij geboren werd als dochter van Willem de Jong en Geertje van der Wilt.Niesje werd geboren op woensdag 13 december 1865 en zij overleed op dinsdag 16 februari 1909. Zij mocht 43 jaar, 2 maanden en 3 dagen oud worden. Niesje overleed in Utrecht.
Zij werd 4 dagen later begraven te Baarn Oude algemene begraafplaats Berkenweg op zaterdag 20 februari 1909.
Wij weten niet wat voor werk Niesje de Jong deed.
Dhr. A.G. Balke uit Ede liet mij weten dat hij in het bezit was van enkele brieven die Daniël Bruidegom schreef aan de zus van Niesje de Jong na de dood van Niesje. Hr. Balke is zo vriendelijk geweest om een transcriptie van deze brieven te maken en een toelichting daarbij te geven. Beide volgen hieronder:
Wie de grafsteen van Daniel Bruidegom en zijn vrouw Niesje de Jong bekijkt zal het opvallen dat Niesje betrekkelijk jong overleden is en hij ruim 25 jaar weduwnaar is gebleven. Meer vertelt een grafzerk niet. Dat we over het overlijden van Niesje in 1909 wat meer weten komt doordat twee brieven bewaard zijn gebleven, die haar man toen geschreven heeft aan Niesjes zuster, Hendrica, die met haar man Christiaan Peters 2 jaar voor Niesjes overlijden naar Iowa geëmigreerd waren met hun kinderen, waaronder Anna.
Niesje had behalve deze zuster ook een broer Jan de Jong. De dochter van deze Jan, Geertje, heeft altijd contact gehouden met Anna Peters, haar nicht in Amerika, die daar later een Van Beek huwde. Deze Anna had diverse brieven van vroeger bewaard en heeft na de oorlog nog enkele malen Baarn bezocht. Niesje, Hendrica en Jan de Jong waren kinderen van Willem de Jong, die een stalhouderij had aan de Laanstraat. Deze was echter begonnen als veehouder in Diemen, maar werd tweemaal door de veepest getroffen, waarna hij een nieuw bestaan opbouwde in het groeiende Baarn.
Ook Daniel Bruidegom kwam uit de buurt van Diemen. Waarschijnlijk kenden Daniel en Niesje elkaar al als kind. Daniel had een bloemisterij aan de Nieuwbaarnstraat en kweekte vooral dahlia"s. Hij trouwde niet alleen met een zuster van Jan de Jong, maar was ook een neef van diens vrouw Alberta Pot. Zij waren kleinkinderen van Daniel Hol, ook al een veehouder in Diemen (bij de Vinkenbrug) en die zijn laatste dagen gesleten had in Baarn (overleden 1865). Die relatie Diemen-Baarn werd als het ware nog onderstreept door het huis waarin Jan de Jong met vrouw, kinderen en moeder woonde aan de toenmalige Verlengde Dalweg: het had in Diemen gestaan, werd daar afgebroken en precies zo in Baarn weer opgebouwd.
De familie past geheel in het beeld van het Baarn in opkomst. Ze komen van elders en komen als rentenier (Daniel Hol) of vinden hun bestaan in rijtuigverhuur voor personen en goederen of bloemen voor de tuinen en de interieurs.
Uit de brieven komt het beeld naar voren dat Niesje Bruidegom-de Jong toch nog onverwacht is overleden aan de complicaties van pleuritis, vermoedelijk aan infecties na het operatief verwijderen van vocht. Een medicus kan hier stellig meer van zeggen. De brieven zijn opmerkelijk helder gesteld en het verraadt een goede hand van schrijven; er wordt alleen wat gezondigd tegen de regels der interpunctie, en vaak worden de zinnen niet met een hoofdletter begonnen. De brieven geven ook blijk van de stijl van die tijd. Het is b.v. niet: Lieve Heintje en Chris, maar Waarde Zwager (de man voorop) en Zuster (de eigen zuster van Niesje daarna). Zijn Niesje is: de vrouw. We lezen ook van de zorg die dokter Voorthuyzen had voor de patient. Hij was bij de operatie aanwezig en had kennelijk al een auto, waarmee naar Utrecht wordt gereden. Bruidegom zelf had overigens het jaar daarvoor telefoon gekregen, zoals we weten uit een brief van zijn dochter Geertje naar de familie Peters. Hij vertelt het verhaal zeer beheerst, maar de emoties liggen onder de oppervlakte. "Te moeten berusten hoewel het hard valt"! Zelfbeheersing en goed fatsoen was belangrijk. Zoals hij in 1893 schreef in het poëziealbum van zijn nicht en schoonzuster Alberta de Jong-Pot: "Voeg goede trouw bij werkzaamheid "“ wellevendheid bij deugd "“ wees spoedig tot elks hulp bereid "“ paar zedigheid aan vreugd "“ Beschouw de menschen niet te wit "“ maar al niet al te zwart "“ doorzoek altoos uw eigen hart "“ eer gij op andren vit - Dat nooit door wederwaardigheen "“ uw kalmte gansch verdween "“ Wees met een matig deel te vreen "“ gij zult gelukkig zijn." Daniels kalmte is door deze wederwaardigheden wel erg op de proef gesteld, want het was een hele klap. Hij moet zijn vrouw sterk gemist hebben. Hij is ook nooit hertrouwd, wat toen toch veel gebeurde. Merkwaardig voor die tijd is het ontbreken van elke verwijzing naar geloof of kerk. De familie's De Jong en Pot leverden hervormde ouderlingen op; vermoedelijk waren de Bruidegoms ook hervormd.
In de bundel Van Baerne tot Baarn is op blz 169 de keurige duidelijke handtekening van Daniel Bruidegom te vinden en op de groepsfoto op blz 170 vinden we hemzelf op de achterste rij als tweede van rechts. In 1934 is hij overleden, nagenoeg gelijktijdig met twee zonen, Cornelis in Soerabaja en Arie in Baarn. De zoon Willem zette de zaak voort; de dochter Geertje huwde Gillis van Hees, inspecteur bij het onderwijs, en woonde later in Haarlem.
NB. Bertha in de brief is Alberta de Jong-Pot. Zoon Arie zat op het laatst van een stage in Duitsland; hij moest in maart in dienst. De brieven zijn ter wille van de oorspronkelijkheid onveranderd weergegeven zonder de taal, de spelling en de interpunctie te veranderen of hoofdletters bij een nieuwe zin te maken; alleen zijn voor de leesbaarheid hier en daar langere spaties gemaakt tussen de woorden.
Baarn 16 Feb 09
Waarde Zwager en Zuster
D. Bruidegom
Twaalf dagen later schrijft hij de volgende brief.
NB. "Met haar moeder naar Tienhoven enz"¦": Niesjes moeder Geertje de Jong "“ van der Wilt (1835 "“ 1918) woonde als weduwe in bij haar zoon Jan aan de Verlengde Dalweg. Ze was de oudste uit een groot gezin, en ging regelmatig met een dochter of kleindochter naar Tienhoven, waar ze geboren was in de familieboerderij naast de kerk, en bezocht haar broers en zusters in de omtrek. Ze ging met de trein naar Utrecht en werd dan met een koetsje uit Tienhoven gehaald.
NB. De dames Lasterie hadden een bekende naaischool.
NB. Oome Jan is Niesjes broer Jan de Jong.
NB Oome Jan met Geertje: vermoedelijk Geertje Bruidegom en niet oom Jans dochter Geertje de Jong, die trouwens Geert genoemd werd.
Baarn 28 Februarij 09
Waarde Zwager en Zuster
Nu alles. Alles voorbij is wil ik uw nog zoveel mogentlijk melden van de ziekte en sterven van uwe Zuster. de vorige keer dat ik schreef geloof ik niet dat ik het geheele verloop gemeld hebt. ik was toen niet geschikt om dit te doen. Het is nog of wij in een droom leven. met de kersdagen was de vrouw nog drie dagen met haar moeder naar Tienhoven geweest en Breukelen geweest de famielde bezocht en was alles wel. ze was wel iets verkouden ze hoeste wel eens maar van geen beteekenis ze at en werkte als gewoon maandag elf januarij had ze als gewoonlijk gewassen en zich zeker wel wat gehaast om dat Geertje op een knipcursis was om knippen te leeren bij dames Lasterie waar ze een maand elken middag na toe ging. maar mankeerde ook toen nog niets de volgende voormeddag toen ze de kleeren had opgehangen zeide ze dat ze het in de rug had en verkouden was ze is toen s middags in huis gebleven en savond om zes uur na bed gegaan s nacht veel gezweten en de volgende morgen wat laat opgekomen en in huis gebleven s middags is zij geloof ik nog eens naar het kippen hok geweest. maar s avond toen ze te bed was had ze pijn door het geheele lichaam de nacht niets geslapen toen is s morgens de Dokter gekomen en die zeide maar in het bed blijven en maar zweten ze kon in het geheel niet slapen en had steeds nog veel pijn en deed maar niets dan water drinken en had hevige koorts Zondags kwam de dokter twee maal en vervolgens alle dagen vroeg en laat dat heeft zoo een dag of tien geduurd de dokter zeide het was influenza maar in dien tijd schijnt er Pleuris bij gekomen te zijn. de koorts werd wat minder ze sliep wat s nachts tot drie uur een nacht tot 5 uur ze dronk heel wat melk veel Boullon en een paar eijeren dus wij dachten dat het wel iets vooruitging de dokter zeide dat er zat nog wat water in de rug of in de zijde dat moest er uit we moesten daar steeds om de 3 uur vochtige doeken opleggen maar hadden altijd hoop op herstel dit was zoo gebleven tot 6 Februarij ze kwam van het bed en ging in een gemakkelijke stoel zitten als het werdt opgemaakt en had het haar eens in orde gemaakt wat in veele dagen niet gebeurt was maar op dien zaterdag liep dokter voorthuizen mij van uit het huis mede naar den tuin en vroeg mij of ik het goed vond dat hij er een dokter uit Utrecht bij liet komen ik zeide hem dat ik dit zeer goed vond als dit noodig was hij schreef een telegram welk ik den tuinjongen weg liet brengen en middag om 4 uur half 5 kwam hij met dr Lelijveld uit Utrecht bij ons. na de vrouw haar geheele rug beklopt en beluistert te hebben wat dr Voorthuizen ook elke morgen deed en met Voorthuijzen wat gesproken te hebben waar wij niet bij mochten zijn riep hij mij en zeide dat een operatie in de rugzijde noodig was - hij heef dit toen ook aan de vrouw gezegd en zij zeide als dit moest ja dan moest dit dan ook maar gebeuren. maar ze vroeg hem of dit niet bij ons kon gebeuren maar hij antwoorde neen vrouwtje hoe graag ik dit zoude willen dat kan hier niet gebeuren en morgen is het zondag dan kan het niet zoo goed en wachten tot maandag zoude ik uw ook niet aanraden dus zie dat ge een Auto krijgt dan kan het heden avond gebeuren. het is in het geheel geen gevaarlijke operatie. wij hebben, ik oome Jan en dr Voorthuizen zijn mede geweest, haar toen naar het Diakonesse huis te Utrecht gebracht en is zij om zeven uur geopereerd voorthuizen was er ook gebleven en zijn wij met hem om half negen naar Baarn gegaan. de volgende dag zijn wij allen wezen bezoeken Arie hadden wij te huis laten komen en was zij zeer te vreden want wat verpleging en ligging betrof zeide zij dat wij te huis dit niet konden geven ze had een mooije kamer op de zon geheel alleen met dag en nacht een zuster bij zich. Dit is zoo eenige dagen wat de ziekte betrof hetzelfde gebleven dan wat meer en dan wat minder koorst elken dag gingen er een paar van de famielle naar toe en s morgens telefoneerden wij daar wij die in hebben hoe het er mede was ik had zelf dien week tot zaterdag in huis moeten blijven. dat oome jan die er vrijdag 12 Februarij met Geertje naar toe ging zoude bij den Dokter welke de vrouw behandelde aan huis gaan informeren hoe de toestand was deze zeide oogenblikkelijk gevaar is er niet maar er blijft nog te veel koorts wij gelooven dat wij alles nog niet gevonden hebben. misschien is er nog een kleine Operatie noodig den volgende dag heb ik met Cor de vrouw gezocht en toen vonden wij haar nog al opgeruimd en gebruikte zijn al heel wat melk en eijeren. Zondag zijn Arie en Willem geweest en toen zeide de vrouw, dat wij maandag niet mochten komen want dat het dan gebeuren zoude en gaf zij een brief mede van de dokter aan dokter voorthuizen welke er dan bij zoude wezen. ik heb uw vergeten te melden dat er met de eerste operatie een massa etter uitgekomen was en de eerste dagen elke morgen al zij verbonden werdt ook nog bij de tweede maal kwam er van een andere plaats ruim twee kan water voor den dag. het spoot er uit toen dit er uit was zeide de vrouw dat lucht mij op toen wij dien avond om acht uur naar dr Voorthuizen gingen hooren naar de toestand zeide die dat het zeer gunstig was en nu ja je kan niet weten wat er bij komt het gevaar wel voorbij was - om elf uur ik zoude net te bed gaan werd er gebeld en was er een Auto uit Utrecht met het berigt dat de toestand sinds half tien zoo veranderd was dat het gewenscht was dat ik mede ging ik ben toen met Arie en oome jan er na toe gegaan en hebben haar nog levend aangetroffen maar in hevige koorts en meestal ijlend als ik aan haar vroeg ken je me nog dan zeide ja ik ken je wel en Arie kon ze ook wel maar meteen praate ze over wat anders om half een 16 Feb is ze heel kalm overleden ze was net blijven liggen als ze lag toen wij kwamen ze heeft geen hand verroerd en was niet benauwd ze is woensdag avond naar Baarn vervoerd en is vrijdag begraven ze was vrijdag morgen morgen nog of ze kalm lag te slapen en weinig veranderd ik heb er vroeger als ik ziek was wel eens aan gedacht dat ik haar zoude voorgaan in het sterven. men zegt dat altijd niet maar zij mij zoude voorgaan neen daar had ik het allerminst aan gedacht, het is mij nog als zie ik haar of verwachten wij haar.
Arie moet 12 Maart in dienst en Willem welk in Amsterdam is moet dan naar huis komen.
Ik heb er met de vrouw wel eens over gesproken dat wij in zoover gelukkig waren daar we met ziekte of ziekte van de kinderen niet te tobben hadden dat wij dankbaar mochten zijn. maar dit is nu veranderd wie had dit verwacht maar er in berusten hoewel het ons hard valt.
De groeten aan uw allen van Ons
D Bruidegom
Meer stamboomgegevens van Niesje de Jong
Benieuwd naar meer genealogische gegevens van Niesje de Jong? Raadpleeg de voorouders (grafisch), of de afstammelingen (grafisch), of de kwartierstaat (tekst), of de parenteel (tekst), of de zandloper (grafisch) van Niesje de Jong.Kinderen
Om reden van privacy worden hier alleen de kinderen van Niesje de Jong weergegeven, die reeds overleden zijn.Niesje de Jong had 3 (inmiddels ook overleden) kinderen:
Op zaterdag 16 februari 1889 werd in Baarn een zoon geboren: Arie Bruidegom. Arie overleed op zaterdag, 3 juni 1933 te Baarn. Hij werd 4 dagen later begraven te Baarn Nieuwe algemene begraafplaats Wijkamplaan op woensdag, 7 juni 1933.
Op maandag 24 maart 1890 werd in Baarn een zoon geboren: Willem Bruidegom. Willem overleed op zondag, 25 april 1971. Hij werd 4 dagen later begraven te Baarn Nieuwe algemene begraafplaats Wijkamplaan op donderdag, 29 april 1971.
Op woensdag 24 juni 1891 werd in Baarn een zoon geboren: Cornelis Bruidegom. Cornelis overleed op vrijdag, 9 augustus 1940 te Surabaya. Hij werd 1 dagen later begraven te Surabaya, begraafplaats Kembang Kuning op zaterdag, 10 augustus 1940.