Het landhuis Eikenhorst op de hoek van de Koningsweg en Jachthuislaan in Soest, waar dagelijks het drukke verkeer passeert, vormde in de 19e eeuw een fraaie rustig gelegen buitenplaats. Dominee Bos (1817-1913), de schrijver van het manuscript over de geschiedenis van Soest, vertelt over de geschiedenis van het landgoed. In 1840 kocht Frans Boekhorst van Andries de Wilde, de toenmalige eigenaar van het landgoed Pijnenburg een stuk grond met daarop een boerderijtje. Op deze plaats werd het huis opgetrokken en het terrein dat van bescheiden omvang was met smaak aangelegd. Een en ander noemden zij Horst en Berg, naar een deel van beider geslachtsnamen. Des winters woonden zij in Amsterdam, waar zij niet lang na elkander overleden. Hun zomerverblijf werd in het jaar 1865 in het openbaar verkocht, aldus de Soester geschiedschrijver. De nieuwe eigenaar werd Gerrit Weverink Wesseling uit Amsterdam, die er met zijn vrouw Louisa Theodora Elisabeth van Berck Colenbrander en hun kinderen zomers gebruik van maakte. Wesseling veranderde de naam van de plaats in Eikenhorst. In 1867 overleed de eigenaar van Eikenhorst. Hij kwam om bij een spoorongeluk bij de doorgraving van Holland op zijn smalst (Noordzeekanaal-HK) en den aanleg van den havendam bij Ijmuiden naar zee. Zijn weduwe werd eigenaar en zij bleef de zomers met haar kinderen op Eikenhorst doorbrengen. Na haar overlijden in 1876 kwam het buiten in handen van haar zoon Frederik Hendrik Wesseling, die getrouwd was met Maria Rebel. Toen echter het bos achter het park van paleis Soestdijk voor het publiek beperkt werd, was de aardigheid er af. Het paar verhuisde naar een villa aan de Rijksstraatweg nu Steenhoffstraat vlakbij het toenmalige gemeentehuis. In 1898 werd het landgoed gekocht door de in Amsterdam wonende Adrianus Willem Beckeringh, die huis en tuin verbeterde en verfraaide. Op de buitenplaats waren broeikassen, een tennisbaan, een hertenkamp en een prachtig aangelegde tuin. Op de vijver de Kom van Beckeringh, zoals die werd genoemd werd zomers met een bootje of een waterfiets plezier gemaakt en in de winter geschaatst. De heer Beckeringh bleek een zeer sociale bewoner van Eikenhorst. Hij kocht een nabijgelegen terrein met een woning die hij in 1902 liet verbouwen en inrichten als herstellingsoord. Jaarlijks mochten daar twaalf zwakke en herstellende vrouwen gratis de zomermaanden doorbrengen, terwijl ze verzorgd werden door diaconessen. Het herstellingsoord kreeg de naam Boschlust. Het bij het landgoed behorende Bos van Beckeringh was bij de jeugd van Het Hart een fijn speelterrein. Er werden tamme kastanjes en eikels gezocht en in de winter was De Kom een ontmoetingsplaats voor jong en oud.

Datering van de afbeelding: Onbekend
Bron: Dhr. J.P.C. Veldhuizen, Soestduinen
Fotograaf: Onbekend
Gevraagd: Meer informatie over deze foto.
Meer van dit soort foto's uit het Eemland.

Klik hier om informatie over deze foto te mailen