Dit is de 45.645.734e zoekopdracht sinds 1 oktober 2005.
Klik hier voor een vergroting van deze foto
1. Lambertus Hermannus Ignatius Witte is geboren op 23-08-1893 en overleden op 03-05-1962.
Dit is foto nummer 4618 geplaatst op 29-04-2018 in de catagorie portretfoto.
Lambertus Hermannus Ignatius Witte
Dit is Lambertus Hermannus Ignatius Witte.
Lambertus Hermannus Ignatius Witte is geboren op woensdag 23 augustus 1893 in Groningen, zoon van Bernardus Stephanus Witte en Catharina Magdalena Lammerts. Lambertus is overleden op donderdag 3 mei 1962 in Baarn, 68 jaar oud. Hij is begraven in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat. Beroepen: uitgever Baarnsche Koerier, kunsthandelaar, grossier in rookartikelen. Lambertus trouwde, 28 jaar oud, op dinsdag 18 oktober 1921 in Utingeradeel met Theodora Silvius, 30 jaar oud. Theodora is geboren op dinsdag 15 september 1891 in Kollum, dochter van Kasper Silvius en Baukje Zalmstra. Theodora is overleden op woensdag 14 januari 1981, 89 jaar oud. Zij is begraven in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat.
Kinderen van Lambertus en Theodora:
1 Boudina Johanna Witte, geboren omstreeks zaterdag 22 september 1923 in Baarn.
2 Theodora Maria (Door) Witte, geboren op zondag 12 juni 1927 in Baarn. Door is overleden op vrijdag 9 juni 2017 in Baarn, 89 jaar oud. Zij is begraven op vrijdag 16 juni 2017 in Assel, Natuurbegraafplaats. Door trouwde met Carel Dingemans Laoût. Carel is geboren op woensdag 3 juni 1914 in Wognum. Carel is overleden op zaterdag 15 december 2001 in Baarn, 87 jaar oud. Hij is begraven in Assel, Natuurbegraafplaats. Beroep: koordirigent.
3 Hendrika Theodora Theresia Witte, geboren omstreeks donderdag 30 oktober 1930 in Baarn.
4 Lambertus Hermanus Philippus Witte, geboren omstreeks vrijdag 23 december 1932 in Baarn. Lambertus is overleden.
5 Philippus Hendrikus Witte, geboren omstreeks donderdag 3 september 1936 in Baarn.
Lambertus Hermannus Ignatius Witte (Groningen 1893 – Baarn 1962).
door: Mathijs Witte
Lambertus HI Witte werd geboren als zoon van Bernardus Stephanus Witte en Catharina Lammerts in Groningen. Zijn vader was steenhouwer en stucadoor. Zijn bedrijf had zich gespecialiseerd in het dichtmaken van lekke kelders en had een grote klantenkring in Noord-Nederland. Het katholieke gezin behoorde tot de uitdijende Groningse middenklasse en bezat een herenhuis aan de Herenweg. Hij verbleef twee jaar tussen 1904 en 1906 op een katholiek jongensinternaat in Oss. Hij hekelde dat hij daar tot zelfs in de pauzes Frans moest spreken. Als jonge man sloot hij zich aan bij de Groningse Katholieke jongelingsvereniging. Hier leerde hij spreken en voordrachten houden, wat hij later in zijn leven goed van pas zou komen.
Witte schreef zich na de middelbare school in op de Academie Minerva. Hij zat er in een spannende tijd. Op deze academie zaten schilders als Jan Wiegers, Jan Altink en Johan Dijkstra, latere leden van De Ploeg, die experimenteerden met het schilderen van het Groningse landschap vanuit een eigen verinnerlijkt beeld van de werkelijkheid. Hij kende ze ook. Op een dag stuurde zijn vader hem naar Leeuwarden voor een klus om daar een kelder dicht te maken. De jongeman zag elke dag vanuit het souterrain een dame voorbij komen die in een juwelierszaak ertegenover werkte. Hij raakte tot over zijn oren verliefd en trouwde een jaar later ook met Theodora Silvius. Hij stopte op de academie om geld te gaan verdienen en te kunnen trouwen. Hij trok naar Paderborn in Duitsland om een opleiding te volgen als vertegenwoordiger in de granito- en terrazzoindustrie. Eenmaal terug in Nederland trok hij in 1920 met zijn vrouw naar Baarn, vanwege de centrale ligging, om van daaruit als verkoper aan de slag te gaan.
Baarnse periode
In Baarn woonde Witte vanaf 1921 achtereenvolgens kort op de Kampstraat en Veldheimweg en langer op de Dalweg en de Eemnesserweg. Hij kreeg met Dora tien kinderen. In de grote tuin van het Zwitserse chalet aan de Dalweg was het vaak druk met spelende kinderen. De familie Witte kreeg nog wel eens bezoek van ouders die hier hun kind brachten omdat ze dachten dat het een kindertehuis was. Witte werd in Baarn onmiddellijk lid van de lokale Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen en zat jarenlang in de steunfractie in de raad. Hij werd tegelijk landelijk commissaris van de RK-handelsreizigersvereniging St. Christoffel en zat in het bestuur van andere RK instellingen, zoals het Roomsch Leeven. Hij was lid van de Nicolaasparochie.
In 1922 is hij namens de kieskring Baarn een van de vertegenwoordigers voor de landelijke partijdag van de RK-kiesverenigingen. Deze kiesverenigingen zouden in 1926 opgaan in de Rooms Katholieke Staatspartij. Vanaf 1926 is de heer Witte dan ook lid van de RKSP en zit hij in het lokale bestuur. Hij frequenteert landelijke en regionale bijeenkomsten. Belangrijk vindt Witte dat de partij op komt voor het welzijn van de gewone man (arbeiders en middenstanders). Hij kende door zijn politieke activiteiten veel mensen in Baarn en velen kenden hem. Dat zou hem later geen windeieren opleveren bij verkiezingen. Een goed contact met raadslid Jacobus Kieft zorgde ervoor dat een jongere broer Gerard Witte trouwde met dochter Truus. In Hilversum zouden zij een grote zaak in luxe lederwaren starten. Met de Baarnse katholieke families Van der Meer, Beuken, Sterneberg, de Moraaz Imants en Schomaker werden goede banden onderhouden.
Lid gemeenteraad Baarn 1935-1939 en 1949 – 1961
Vanaf de jaren dertig zou Witte met tussenpozen tot vlak voor zijn dood in 1962 bijna dertig jaar in de Baarnse politiek zitten. Een spannende periode waarin de economische crisis, de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouwperiode elkaar opvolgden. Baarn zou vooral na de oorlog geheel van karakter veranderen. De grootste groei van de bevolking en de economie zou in deze periode plaatsvinden. In 1931 werd Witte bijna in de gemeenteraad gekozen. Het katholieke deel van de Baarnse bevolking leverde bij elke verkiezing ongeveer 2 zetels op. In 1935 wist hij plek 2 op de kieslijst te bemachtigen achter lijsttrekker Gustave Houben, directeur van de Zuiderzeewerken. Tot 1939 zou hij raadslid zijn, waarna hij zijn plekje moest afstaan aan Gerard de Bruijn, de latere Baarnse wethouder voor de KVP, die in de ledenvergadering met voorkeursstemmen op plaats 2 was gekozen. Het scheelde overigens heel weinig stemmen of de RKSP had in 1939 drie zetels in de wacht gesleept. Witte stelde zich nog kandidaat voor de Utrechtse Provinciale Verkiezingen van 1939, maar kwam niet in de Provinciale Staten.
Gedurende de oorlog kwam de gemeenteraad niet bij elkaar. Na de oorlog werd de oude Raad weer geïnstalleerd. Witte werd lid van de KVP en nam weer plaats in de gemeenteraad na de verkiezingen van 1949. Hij was betrokken bij de komst van het KVP opleidingscentrum in villa Rusthoek in 1950. Hij zou tot zijn dood in 1962 betrokken blijven bij de Baarnse gemeenteraad. In 1961 nam hij ernstig ziek afscheid.
Eigenzinnig raadslid
Lambertus H.I. Witte was al vroeg geïnteresseerd in de politiek. Hij wilde van jongs af aan voor gaan in de stijd ter emancipatie van het katholieke smaldeel en het verder brengen van de katholieke identiteitspolitiek in Nederland. Zijn grote voorbeeld was de katholieke voorman dr. Herman Schaepman. Hij las alles van hem en kon ook zijn werk citeren. Witte was een begenadigd spreker en zeer erudiet met een brede interesse in kunst, politiek, geloof, architectuur, en literatuur. Hij geloofde in de kracht van eigen vorming en onderwijs om de geloofspolitiek verder te brengen. Hij hield sterk van het behouden van eenheid in de katholieke zuil en was voor een eigen katholieke pers als spreekbuis voor de katholieke groep en haar idealen. De zeer heterogene groep van katholieke arbeiders, middenstanders, boeren, ambtenaren en werkgevers moest als massabeweging via de nieuwe communicatiemiddelen, zoals radio, tijdschriften, boeken en films bereikt, gecontroleerd en verheven worden. De kiezers mochten zich niet van het geloof afkeren. Iets dat met de opkomst en groei van het socialisme en communisme en hun afwijzing van het geloof wel werd gevreesd.
In Baarn was Witte een gepassioneerd, eigenzinnig en kritisch raadslid. Hij moest niets hebben van achterkamertjes- en vriendjespolitiek. Hij zei soms gekscherend dat Baarn niet door de gemeenteraad maar door de herensociëteit werd bestuurd. Hij kon daar heel fel op zijn. De frustratie klinkt ook vaak door in de talloze verslagen van de raadsvergaderingen. Zo beschuldigde hij wethouder ‘s Jacob van onbehoorlijk bestuur, nadat deze zich door een bedrijf had laten overhalen om de precariobelasting voor de Baarnsche Radio Centrale te verlagen zonder daarover de gemeenteraad te kennen. Het was al lang onderling bedisseld.
Hij had ook moeite met de streng-gereformeerde burgemeester Van Beeck Calkoen. Deze was fel tegen de poging van Witte en anderen om het heraldisch onjuiste wapen van Baarn van een slaaf met paard te vervangen door het oude wapen van de Bisschop van Utrecht. Van Beeck Calkoen liet weten: “de figuur van een ‘Roomsche bisschop’ niet sympathiek te vinden”. Hij was ook absoluut tegen de ontvangst van Sinterklaas op het gemeentehuis tegen het zere been van de heer Witte. Laatstgenoemde vertolkte vanaf de jaren dertig jarenlang de rol van Sinterklaas tijdens de jaarlijkse optocht in Baarn.
Witte hekelde ook de vernielzucht van het gemeentebestuur. Al het oude en schoone in Baarn moest wijken voor nieuwbouw. Oude villa’s en boerderijen werden gesloopt en Witte verzette zich daar fel tegen. Een schande vond hij het goedkeuren van de sloop van het pand van bakkerij Kieft aan de Nieuwstraat en de bouw van het kantoorpand van Cor DuBuy. Dit kantoorpand is inmiddels ook gesloopt. Daarnaast was hij druk met de Oudheidkamer, de voorloper van de Historische Kring Baerne. Samen met Jacob van Loon legde hij de basis voor de verzameling van informatie over de geschiedenis van Baarn. Hij ijverde voor de oprichting en voor het financieren van de activiteiten. Onder andere over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding, over zijn pijpenverzameling en het Koningshuis organiseerde Witte tentoonstellingen. Het meest pijnlijke moment voor hem was toen de gemeenteraad in 1961 de financiering van de Oudheidkamer op zegde. Hij eindigde zijn bijdragen in de gemeenteraad vaak met de opmerking: “overigens ben ik van mening dat het Baarnse wapen heraldisch onjuist is.”
Beroep
Voor de functie als Raadslid kreeg je presentiegeld. Dit bedoeg fl 30,- . Daarnaast had Witte in zijn beginperiode in Baarn een handel in grondstoffen voor de kunststeenproductie. Dat liep een tijd goed. Daarnaast begon hij een kunsthandel en lijstenmakerij Ad Maiorem Dei Gloriam (Ter meerdere ere van God) en handelde in schilders van de Larense en Kortenhoefse school. Hij verkocht aan menig Baarnaar. Hij exporteerde de schilderijen ook naar Amerika, waar in de jaren twintig een grote vraag was naar Nederlandse landschapskunst en interieurs. Hij kende ook menig schilder en had onder andere een goede band met de Larense David Schulman. Hij maakte ook de lijsten voor diens schilderijen. De kunsthandel liep in de crisistijd in de jaren dertig niet meer en Witte stortte zich op het maken van lichtbakken voor winkels, samen met de Baarnse tekenaar Arnoldus Molenaar. Hij gaf ook zijn eigen krant de Baarnsche Koerier uit. Hij had ook een agentschap van de Maasbode en de Tijd. Daarnaast was hij vertegenwoordiger in bouwmaterialen, onder andere in Amerikaanse dakbedekkingen. Hij had ook een eigen firma het “Handelsbureau Nationaal” Hij reisde daarvoor veel rond in Nederland met de trein. In en na de oorlog handelde hij vooral in tabak en rookwaren en vloeipapier. Na de oorlog werd hij ook als werkloze nog te werk gesteld, onder andere bij de bouw van het bosbad. Het viel hem zwaar.
Witte zelf was ook kunstenaar in opdracht. Hij heeft voor de Nicolaaskerk in Baarn een doopvont ontworpen. Het smeedwerk werd geleverd door de firma Gielen. Hij maakte een kunstwerk voor de begraafplaats achter de St; Nicolaas. Hij ontwierp een kunstwerk ter nagedachtenis aan de overleden voorzitter van de RK Handelsvereniging St Christoffel A.J. Koenders op de St Barbara begraafplaats in Utrecht. Zelf hield hij veel van schoonschrijven en kalligrafie. Hij heeft menig ex libris en bedrijfskaartjes ontworpen.
Datering van de afbeelding: Ca. 1960
Bron: Dhr. M. Witte
Fotograaf: Onbekend
Gevraagd: Meer oude foto's van Baarnaars.
Klik hier om informatie over deze foto te mailen
Lambertus Hermannus Ignatius Witte is geboren op woensdag 23 augustus 1893 in Groningen, zoon van Bernardus Stephanus Witte en Catharina Magdalena Lammerts. Lambertus is overleden op donderdag 3 mei 1962 in Baarn, 68 jaar oud. Hij is begraven in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat. Beroepen: uitgever Baarnsche Koerier, kunsthandelaar, grossier in rookartikelen. Lambertus trouwde, 28 jaar oud, op dinsdag 18 oktober 1921 in Utingeradeel met Theodora Silvius, 30 jaar oud. Theodora is geboren op dinsdag 15 september 1891 in Kollum, dochter van Kasper Silvius en Baukje Zalmstra. Theodora is overleden op woensdag 14 januari 1981, 89 jaar oud. Zij is begraven in Baarn, Rooms Katholieke Kerkhof, Kerkstraat.
Kinderen van Lambertus en Theodora:
1 Boudina Johanna Witte, geboren omstreeks zaterdag 22 september 1923 in Baarn.
2 Theodora Maria (Door) Witte, geboren op zondag 12 juni 1927 in Baarn. Door is overleden op vrijdag 9 juni 2017 in Baarn, 89 jaar oud. Zij is begraven op vrijdag 16 juni 2017 in Assel, Natuurbegraafplaats. Door trouwde met Carel Dingemans Laoût. Carel is geboren op woensdag 3 juni 1914 in Wognum. Carel is overleden op zaterdag 15 december 2001 in Baarn, 87 jaar oud. Hij is begraven in Assel, Natuurbegraafplaats. Beroep: koordirigent.
3 Hendrika Theodora Theresia Witte, geboren omstreeks donderdag 30 oktober 1930 in Baarn.
4 Lambertus Hermanus Philippus Witte, geboren omstreeks vrijdag 23 december 1932 in Baarn. Lambertus is overleden.
5 Philippus Hendrikus Witte, geboren omstreeks donderdag 3 september 1936 in Baarn.
Lambertus Hermannus Ignatius Witte (Groningen 1893 – Baarn 1962).
door: Mathijs Witte
Lambertus HI Witte werd geboren als zoon van Bernardus Stephanus Witte en Catharina Lammerts in Groningen. Zijn vader was steenhouwer en stucadoor. Zijn bedrijf had zich gespecialiseerd in het dichtmaken van lekke kelders en had een grote klantenkring in Noord-Nederland. Het katholieke gezin behoorde tot de uitdijende Groningse middenklasse en bezat een herenhuis aan de Herenweg. Hij verbleef twee jaar tussen 1904 en 1906 op een katholiek jongensinternaat in Oss. Hij hekelde dat hij daar tot zelfs in de pauzes Frans moest spreken. Als jonge man sloot hij zich aan bij de Groningse Katholieke jongelingsvereniging. Hier leerde hij spreken en voordrachten houden, wat hij later in zijn leven goed van pas zou komen.
Witte schreef zich na de middelbare school in op de Academie Minerva. Hij zat er in een spannende tijd. Op deze academie zaten schilders als Jan Wiegers, Jan Altink en Johan Dijkstra, latere leden van De Ploeg, die experimenteerden met het schilderen van het Groningse landschap vanuit een eigen verinnerlijkt beeld van de werkelijkheid. Hij kende ze ook. Op een dag stuurde zijn vader hem naar Leeuwarden voor een klus om daar een kelder dicht te maken. De jongeman zag elke dag vanuit het souterrain een dame voorbij komen die in een juwelierszaak ertegenover werkte. Hij raakte tot over zijn oren verliefd en trouwde een jaar later ook met Theodora Silvius. Hij stopte op de academie om geld te gaan verdienen en te kunnen trouwen. Hij trok naar Paderborn in Duitsland om een opleiding te volgen als vertegenwoordiger in de granito- en terrazzoindustrie. Eenmaal terug in Nederland trok hij in 1920 met zijn vrouw naar Baarn, vanwege de centrale ligging, om van daaruit als verkoper aan de slag te gaan.
Baarnse periode
In Baarn woonde Witte vanaf 1921 achtereenvolgens kort op de Kampstraat en Veldheimweg en langer op de Dalweg en de Eemnesserweg. Hij kreeg met Dora tien kinderen. In de grote tuin van het Zwitserse chalet aan de Dalweg was het vaak druk met spelende kinderen. De familie Witte kreeg nog wel eens bezoek van ouders die hier hun kind brachten omdat ze dachten dat het een kindertehuis was. Witte werd in Baarn onmiddellijk lid van de lokale Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen en zat jarenlang in de steunfractie in de raad. Hij werd tegelijk landelijk commissaris van de RK-handelsreizigersvereniging St. Christoffel en zat in het bestuur van andere RK instellingen, zoals het Roomsch Leeven. Hij was lid van de Nicolaasparochie.
In 1922 is hij namens de kieskring Baarn een van de vertegenwoordigers voor de landelijke partijdag van de RK-kiesverenigingen. Deze kiesverenigingen zouden in 1926 opgaan in de Rooms Katholieke Staatspartij. Vanaf 1926 is de heer Witte dan ook lid van de RKSP en zit hij in het lokale bestuur. Hij frequenteert landelijke en regionale bijeenkomsten. Belangrijk vindt Witte dat de partij op komt voor het welzijn van de gewone man (arbeiders en middenstanders). Hij kende door zijn politieke activiteiten veel mensen in Baarn en velen kenden hem. Dat zou hem later geen windeieren opleveren bij verkiezingen. Een goed contact met raadslid Jacobus Kieft zorgde ervoor dat een jongere broer Gerard Witte trouwde met dochter Truus. In Hilversum zouden zij een grote zaak in luxe lederwaren starten. Met de Baarnse katholieke families Van der Meer, Beuken, Sterneberg, de Moraaz Imants en Schomaker werden goede banden onderhouden.
Lid gemeenteraad Baarn 1935-1939 en 1949 – 1961
Vanaf de jaren dertig zou Witte met tussenpozen tot vlak voor zijn dood in 1962 bijna dertig jaar in de Baarnse politiek zitten. Een spannende periode waarin de economische crisis, de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouwperiode elkaar opvolgden. Baarn zou vooral na de oorlog geheel van karakter veranderen. De grootste groei van de bevolking en de economie zou in deze periode plaatsvinden. In 1931 werd Witte bijna in de gemeenteraad gekozen. Het katholieke deel van de Baarnse bevolking leverde bij elke verkiezing ongeveer 2 zetels op. In 1935 wist hij plek 2 op de kieslijst te bemachtigen achter lijsttrekker Gustave Houben, directeur van de Zuiderzeewerken. Tot 1939 zou hij raadslid zijn, waarna hij zijn plekje moest afstaan aan Gerard de Bruijn, de latere Baarnse wethouder voor de KVP, die in de ledenvergadering met voorkeursstemmen op plaats 2 was gekozen. Het scheelde overigens heel weinig stemmen of de RKSP had in 1939 drie zetels in de wacht gesleept. Witte stelde zich nog kandidaat voor de Utrechtse Provinciale Verkiezingen van 1939, maar kwam niet in de Provinciale Staten.
Gedurende de oorlog kwam de gemeenteraad niet bij elkaar. Na de oorlog werd de oude Raad weer geïnstalleerd. Witte werd lid van de KVP en nam weer plaats in de gemeenteraad na de verkiezingen van 1949. Hij was betrokken bij de komst van het KVP opleidingscentrum in villa Rusthoek in 1950. Hij zou tot zijn dood in 1962 betrokken blijven bij de Baarnse gemeenteraad. In 1961 nam hij ernstig ziek afscheid.
Eigenzinnig raadslid
Lambertus H.I. Witte was al vroeg geïnteresseerd in de politiek. Hij wilde van jongs af aan voor gaan in de stijd ter emancipatie van het katholieke smaldeel en het verder brengen van de katholieke identiteitspolitiek in Nederland. Zijn grote voorbeeld was de katholieke voorman dr. Herman Schaepman. Hij las alles van hem en kon ook zijn werk citeren. Witte was een begenadigd spreker en zeer erudiet met een brede interesse in kunst, politiek, geloof, architectuur, en literatuur. Hij geloofde in de kracht van eigen vorming en onderwijs om de geloofspolitiek verder te brengen. Hij hield sterk van het behouden van eenheid in de katholieke zuil en was voor een eigen katholieke pers als spreekbuis voor de katholieke groep en haar idealen. De zeer heterogene groep van katholieke arbeiders, middenstanders, boeren, ambtenaren en werkgevers moest als massabeweging via de nieuwe communicatiemiddelen, zoals radio, tijdschriften, boeken en films bereikt, gecontroleerd en verheven worden. De kiezers mochten zich niet van het geloof afkeren. Iets dat met de opkomst en groei van het socialisme en communisme en hun afwijzing van het geloof wel werd gevreesd.
In Baarn was Witte een gepassioneerd, eigenzinnig en kritisch raadslid. Hij moest niets hebben van achterkamertjes- en vriendjespolitiek. Hij zei soms gekscherend dat Baarn niet door de gemeenteraad maar door de herensociëteit werd bestuurd. Hij kon daar heel fel op zijn. De frustratie klinkt ook vaak door in de talloze verslagen van de raadsvergaderingen. Zo beschuldigde hij wethouder ‘s Jacob van onbehoorlijk bestuur, nadat deze zich door een bedrijf had laten overhalen om de precariobelasting voor de Baarnsche Radio Centrale te verlagen zonder daarover de gemeenteraad te kennen. Het was al lang onderling bedisseld.
Hij had ook moeite met de streng-gereformeerde burgemeester Van Beeck Calkoen. Deze was fel tegen de poging van Witte en anderen om het heraldisch onjuiste wapen van Baarn van een slaaf met paard te vervangen door het oude wapen van de Bisschop van Utrecht. Van Beeck Calkoen liet weten: “de figuur van een ‘Roomsche bisschop’ niet sympathiek te vinden”. Hij was ook absoluut tegen de ontvangst van Sinterklaas op het gemeentehuis tegen het zere been van de heer Witte. Laatstgenoemde vertolkte vanaf de jaren dertig jarenlang de rol van Sinterklaas tijdens de jaarlijkse optocht in Baarn.
Witte hekelde ook de vernielzucht van het gemeentebestuur. Al het oude en schoone in Baarn moest wijken voor nieuwbouw. Oude villa’s en boerderijen werden gesloopt en Witte verzette zich daar fel tegen. Een schande vond hij het goedkeuren van de sloop van het pand van bakkerij Kieft aan de Nieuwstraat en de bouw van het kantoorpand van Cor DuBuy. Dit kantoorpand is inmiddels ook gesloopt. Daarnaast was hij druk met de Oudheidkamer, de voorloper van de Historische Kring Baerne. Samen met Jacob van Loon legde hij de basis voor de verzameling van informatie over de geschiedenis van Baarn. Hij ijverde voor de oprichting en voor het financieren van de activiteiten. Onder andere over de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding, over zijn pijpenverzameling en het Koningshuis organiseerde Witte tentoonstellingen. Het meest pijnlijke moment voor hem was toen de gemeenteraad in 1961 de financiering van de Oudheidkamer op zegde. Hij eindigde zijn bijdragen in de gemeenteraad vaak met de opmerking: “overigens ben ik van mening dat het Baarnse wapen heraldisch onjuist is.”
Beroep
Voor de functie als Raadslid kreeg je presentiegeld. Dit bedoeg fl 30,- . Daarnaast had Witte in zijn beginperiode in Baarn een handel in grondstoffen voor de kunststeenproductie. Dat liep een tijd goed. Daarnaast begon hij een kunsthandel en lijstenmakerij Ad Maiorem Dei Gloriam (Ter meerdere ere van God) en handelde in schilders van de Larense en Kortenhoefse school. Hij verkocht aan menig Baarnaar. Hij exporteerde de schilderijen ook naar Amerika, waar in de jaren twintig een grote vraag was naar Nederlandse landschapskunst en interieurs. Hij kende ook menig schilder en had onder andere een goede band met de Larense David Schulman. Hij maakte ook de lijsten voor diens schilderijen. De kunsthandel liep in de crisistijd in de jaren dertig niet meer en Witte stortte zich op het maken van lichtbakken voor winkels, samen met de Baarnse tekenaar Arnoldus Molenaar. Hij gaf ook zijn eigen krant de Baarnsche Koerier uit. Hij had ook een agentschap van de Maasbode en de Tijd. Daarnaast was hij vertegenwoordiger in bouwmaterialen, onder andere in Amerikaanse dakbedekkingen. Hij had ook een eigen firma het “Handelsbureau Nationaal” Hij reisde daarvoor veel rond in Nederland met de trein. In en na de oorlog handelde hij vooral in tabak en rookwaren en vloeipapier. Na de oorlog werd hij ook als werkloze nog te werk gesteld, onder andere bij de bouw van het bosbad. Het viel hem zwaar.
Witte zelf was ook kunstenaar in opdracht. Hij heeft voor de Nicolaaskerk in Baarn een doopvont ontworpen. Het smeedwerk werd geleverd door de firma Gielen. Hij maakte een kunstwerk voor de begraafplaats achter de St; Nicolaas. Hij ontwierp een kunstwerk ter nagedachtenis aan de overleden voorzitter van de RK Handelsvereniging St Christoffel A.J. Koenders op de St Barbara begraafplaats in Utrecht. Zelf hield hij veel van schoonschrijven en kalligrafie. Hij heeft menig ex libris en bedrijfskaartjes ontworpen.
Datering van de afbeelding: Ca. 1960
Bron: Dhr. M. Witte
Fotograaf: Onbekend
Gevraagd: Meer oude foto's van Baarnaars.
De afgebeelde personen op de foto zijn:
1. Lambertus Hermannus Ignatius Witte is geboren op 23-08-1893 en overleden op 03-05-1962.