De 31 jarige zwerver A. v.d. R. vraagt op een zondagavond in 1918 onderdak bij den landbouwer H. Hoogenhout op de Wijkerhoek, hetgeen hem welwillend werd verleend. Toen alles ter ruste was, verliet hij ongemerkt zijn logies, uit dankbaarheid voor de hem gebodene gastvrijheid een rijwiel medenemende. Buiten gekomen werd hij al spoedig aangehouden door den agent van politie, W. van der Laan en den onbezoldigden rijksveldwachter C. Karelsen, die den rijwieldief inrekenden en in verzekerde bewaring stelden. |