In mei 1909 pleegt de 27-jarige timmermansknecht Jacobus Johannes Bree een moordaanslag op zijn echtgenote Lisetta Josepha de Ruiter. Reeds geruime tijd leefde het echtpaar in onmin. Kort geleden had de vrouw met een gedeelte van haar meubels haar woning verlaten om intrek te nemen bij haar moeder. Echtgenoot Jacobus Johannes Bree kocht daarop een revolver in Amersfoort en bezocht zijn vrouw om haar te verzoeken om terug te keren. Toen zij weigerde heeft hij een schot op haar gelost, met het gevolg dat zij licht aan de buik werd gewond. Thuis gekomen heeft hij daarop 4 schoten op zichzelf gelost, twee in de borst en twee in het hoofd. Zeer ernstig verwond moet hij per brancard naar Utrecht worden vervoerd om in het ooglijdersgesticht te worden opgenomen. |