Twee jongens uit Laren waren in de woning van dhr. De Booij aan de Zandvoortweg te Baarn bezig met het vervaardigen van een ontplofbare stof, welke zij bij de visvangst wilden gebruiken. Om spoedig een behoorlijke hoeveelheid vis bijeen te hebben, brengt met deze stof in het visrijke water tot ontploffing, waarna de dode vis boven komt drijven en geschept kan worden. Door onopgehelderde oorzaak is tijdens het samenstellen van deze stof tot ontploffing gekomen. Een van deze knapen werd ernstig aan hoofd en handen gewond. Waarschijnlijk zal hij beide ogen moeten missen. De andere knaap kreeg eveneens verwondingen, doch dan thuis verpleegd worden. De schade in de woning van De Booij was enorm. Vooral in de kamer waar de jongens met de samenstelling van de gevaarlijke materie bezig waren, heerst een grote ravage. Er is letterlijk niets, dat niet beschadigd is. |