Opmerkingen |
Hij doorliep het gymnasium in Hilversum en legde in 1921 het staatsexamen af. Hij schreef zich in als student Rechten aan de Universiteit van Utrecht, maar verwisselde die studie voor Geschiedenis. In 1929 promoveerde hij echter aan de Universiteit van Amsterdam tot Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte met een proefschrift getiteld Van Tanger tot Agadir. Daarna werd hij privaatdocent in de Diplomatieke Geschiedenis aan de Leidse Hogeschool en in 1930 aan Universiteit van Amsterdam. In 1935 solliciteerde hij bij de voorloper van het Zentrum für Niederlande-Studien, maar werd niet aangenomen. Hij vertrok in 1939 naar de Verenigde Staten, alwaar hij in 1941 de functie van algemeen secretaris bekleedde van Nederlands Studiegroep voor Reconstructie en Netherlands Research Institute of America. Tevens was hij er advisor van de UNO (Information Office New York).
Zijn muziekopleiding kreeg hij van Johan Wagenaar in Utrecht en Franz Schreker aan de Universiteit voor de Kunsten te Berlijn. Zijn pianoleraren waren zijn moeder (begenadigd violiste en pianiste), Willem Andriessen en Eisner. Dirigeren leerde hij bij Felix Weingartner. Hij was voor een jaar dirigent van het Utrechts Studenten Orkest (1926). In de jaren 1932 tot 1935 schreef hij over muziek in het Algemeen Dagblad. Hij schreef voorts de muziek voor het huwelijk van Juliana der Nederlanden en Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Tot slot schreef hij (mee aan) artikelen voor de Encyclopædia Britannica en Grove Dictionary of Musicand Musicians. In 1976 werd over hem een kleine tentoonstelling gehouden in het Gemeentemuseum Den Haag | |