Voor de oorsprong van het dorp Baarn moeten we terug naar de twaalfde eeuw. In die tijd werden de bestaande dorpen te klein, mede door de kruistochten, de handelsbetrekkingen met andere regio s en de groei van de bevolking. Doordat elk dorp in grote mate in eigen behoefte voorzag, moest men over een omliggend gebied van voldoende grootte beschikken, bijvoorbeeld om in de behoefte aan brandstof te voorzien of om het vee te kunnen weiden. In en rond de twaalfde eeuw ontstonden daardoor vele nieuwe nederzettingen, waaronder waarschijnlijk ook het huidige Baarn. De eerste nederzetting, die in de omgeving van de Leestraat lag, zal uit maximaal een twintigtal boerderijen hebben bestaan. Pas in de veertiende eeuw verplaatst de kern van het dorp zich in de richting van de Brink, waar in de eerste helft van diezelfde veertiende eeuw de Pauluskerk is gebouwd.
De oorsprong van de naam "Baarn" geeft nog steeds veel stof tot discussie en heeft nog steeds niet tot een bevredigend antwoord geleid. Het meest voor de hand liggend lijkt dat de naam een verwijzing is naar "een gebied waar veel brandstof te halen of te delven is", (vergelijk "Barneveld": veld waar brandstof te halen valt). Klinkermetathesis zorgt voor omdraaiing van de r en de a: branden wordt barnen.
Omstreeks 1350 verleent de bisschop van Utrecht de inwoners van Baarn stadsrechten, het recht van zelfbestuur aan het dorp. Het recht van poorterij heeft Baarn nooit gekregen. Baarn heeft daarom nooit een muur of wal om het dorp heen gehad. maar omdat Baarn bijdroeg aan de kosten van de omwalling rond Amersfoort verwierven de Baarnaars het recht, zich in oorlogstijd binnen de muren van Amersfoort in veiligheid te brengen.
|