In de 17e eeuw is het landgoed, waarop in elk geval in 1640 al een huis stond, in bezit van Jan Bicker, die in 1653 sterft. Het huis vererft dan op Jacob Bicker, die burgemeester van Amsterdam is. Een jaar later trouwt zijn dochter met de Duitse koopmanszoon Jean Deutz en Jacob besluit het landgoed als bruidsschat te geven aan het jonge echtpaar. In die tijd was het terrein rond het huis waarschijnlijk nog vrijwel onontgonnen, nogal heuvelachtig terrein, genaamd 't bultig Goy.
Zowel Bicker als zijn schoonzoon, de invloedrijke raadpensionaris Johan de Witt, waren fanatieke tegenstanders van de Oranjes. Johan logeerde vaak op 'de Eult' en samen met zijn schoonvader bepaalde hij tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk de landspolitiek. In 1672 eindigt deze periode en wordt Willem III Stadhouder.
Een kleinzoon van Jean Deutz, Willem Gideon Deutz, neemt het besluit om de grond door middel van indrukwekkende lanen en romantische vijvers te verfraaien tot een echte buitenplaats. De aanleg van deze baroktuin vindt tussen 1730 en 1745 plaats en werd waarschijnlijk uitgevoerd door de bekende tuinarchitect Daniël Marot. Het padenpatroon dat toen werd aangelegd, kunnen we nog steeds in grote lijnen terug vinden in het Baarnse Bos. Het huis De Eult stond op het kruispunt van deze verschillende zichtassen.
Willem Gideon sterft in 1757 kinderloos en na zijn dood besluiten zijn erfgenamen het huis te verkopen aan het huis van Oranje-Nassau. Het landgoed wordt gekocht door Anna van Pruissen, echtgenote van Stadhouder Willem IV en wordt daarmee een onderdeel van het Baarnse bos. Ze geeft opdracht om verfraaiingen aan te brengen. Zo worden de berceaus aangelegd, natuurlijke schaduwrijke gangen, die tot stand werden gebracht door het zorgvuldig snoeien van dicht bij elkaar geplante eiken en beukenstruiken. Eén van deze berceaus is nog bewaard gebleven: deze begint achter de bijgebouwen van paleis Soestdijk en loopt kronkelig dwars door het bos, tot vlakbij de kleine vijver of Lindenkom.
In 1795 vertrekt Stadhouder Willem V naar het buitenland en de Baarnse bossen worden staatseigendom. Grote delen van het bos worden gekapt en verkocht.
In de 19e eeuw werd begonnen met het aanpassen van het landgoed in de zogenaamde Engelse landschapsstijl, wat met bijna alle tuinen gebeurde. Deze stijl is nooit volleig toegepast, waardoor het Baarnse bos één van de weinige bewaard gebleven 18e eeuwse parkbossen. Het is zelfs de enige in de Provincie Utrecht.
In 1811 komt Soestdijk en het Baarnse bos weer in bezit van het Huis Oranje-Nassau. Na de dood van Koning Willem II wordt Soestdijk de vaste verblijfplaats van Prins Hendrik de Zeevaarder. Als hij in 1879 sterft, komt Soestdijk en het Baarnse bos in bezit van Koning Willem III. Hij besluitt om grote delen ervan te verkopen aan bouwondernemingen die in die tijd goede winstmogelijkheden zagen in de bouw van dure villa's. Onder meer werd het grote stuk van het Baarnse bos aan de overzijde van de Van Heutszlaan van de hand gedaan. Ook liet Willem III in 1881 het huis De Eult afbreken.
|